vrijdag 31 december 2010

Een mooi 2011!

 
Alle lezers een mooi 2011 gewenst met veel boekenplezier!

Ik heb het afgelopen jaar van heel veel leuke, goede boeken kunnen genieten, waaronder 318 nieuwe boeken (het gebruikelijke jaaroverzicht volgt binnenkort).
Wat mezelf betreft is er één boek dat ik komend jaar zo weinig mogelijk zou willen zien, namelijk het grootboek van mijn bedrijf. Hoe minder ik dááraan hoef te denken hoe beter het met me gaat. ;-)

Vannacht heb ik een verbazingwekkend verslag over de bouw van de Hoover Dam gelezen, een megalomaan project dat tussen 1931 en 1936 is uitgevoerd. Wanneer Discovery Channel toen had bestaan zou de reportage hierover een absolute TV-hit geworden zijn: the greaters building projects ever, of zoiets. Ik kan het je aanraden om op de voorgaande link te linken en je interesse te prikkelen.

Voor nu -- het begin van mijn oudejaarsavond -- rest mij het bereiden van een lekkere maaltijd, een beetje TV kijken Top 2000 luisteren en dan naar bed. De tijden dat ik op 1 januari een kater had en de halve dag lam in bed lag zijn gelukkig geschiedenis.

donderdag 23 december 2010

Winter

Ik haat winters, vanuit de grond van mijn wezen. De tweede op rij en naar het zich laat aanzien wordt deze winter nog erger dan die van 2009/2010.

Ja, ik heb weleens genoten van de mooie uitzichten vanuit de trein: de boomtakken die voorzien waren van een laagje sneeuw en van de spinnenwebben in mijn tuin waarvan de draden wel 3 millimeter dik waren.
Maar ik heb ook vele uren onder ijskoude omstandigheden op perrons staan wachten op treinen die niet vertrokken. Station Amersfoort is wat mij betreft wel het ergste van alles: geen beschutting, geen warme kiosk en op de traverse boven de sporen giert de wind en glijd je uit over de gladde tegels. Een totale architecturale mismatch.
Ik wil geen NS-klager zijn, maar het is een feit dat ze er nog steeds niks van bakken als het winter wordt.

Hoewel ik kou haat fascineert het me ook. Ik heb heel veel boeken gelezen over expedities en reizen naar zowel de Noord- als de Zuidpool en andere koude streken.
Vanochtend las ik het nieuwste boek van Gerrit Jan Zwier uit: Nooit hier, altijd daar.
Een fijn boek. Hij beschrijft hierin zijn reis door Alaska, de Aleoeten, Newfoundland, Québec en Labrador. Barre  en bizarre verhalen.
Wat ik zo prettig vind aan Gerrit Jan Zwier is dat zijn verhalen over koude streken een gedegen basis hebben door zijn wetenschappeljike inzichten als antropoloog. Zijn droge Groningse nuchterheid en humor maken het daarna af.

Maar wat mij betreft kan deze barre winter niet snel genoeg voorbij zijn. Laat anderen dan ik maar die koude streken verkennen en er over schrijven. Ik wacht de lente lezend onder een dik dekbed af. De ideale manier om te reizen in de winter!

maandag 29 november 2010

Het Boekenfestijn

De afgelopen dagen was het zogenaamde Boekenfestjin voor het eerst neergestreken in Zwolle, in de IJsselhallen. Nadat ik in het verleden deze reizende boek-opruimingsbeurs een paar keer in Utrecht had bezocht (toen nog mijn woonplaats) kreeg ik eindelijk de kans om dichtbij op boekenjacht te gaan. Het was voor mij tevens de eerste keer dat ik in de IJsselhallen was. (Koud, slecht verlicht, aftands, versleten, smerige plees, absoluut geen reclame voor Zwolle!)


Het Boekenfestijn is vooral leuk om ramsjboeken te kopen. Verwacht geen zeldzame zaken, wel bergen (grote) boeken met veel plaatjes (en daar hou ik toevallig van) voor een breed publiek. Je vindt er altijd wat. Bij binnenkomst pak je een handige boekentrolley (een soort mini-boodschappenwagentje) en vervolgens voeg je je tussen de andere bezoekers die langs tientallen meters lange tafels lopen.
Wat opvalt is dat op deze beurzen vrouwelijke bezoekers in de meerderheid zijn. Lezen vrouwen meer dan mannen? Ongetwijfeld. Maar waarom is de meerderheid van alle boeken dan door mannen geschreven? Denkt u daar maar eens over na.

Ondanks de kou in de hal die me na drie kwartier al naar de wc's deed spoeden (kou werkt altijd versnellend op mijn darmen) en de gebrekkige catering ben ik gisteren toch aardig geslaagd: ik verliet de hallen met 17,4 kilo aan boeken.
Bij de afrekenbalies aangekomen koos ik de kassa met het leukste meisje. Tja, dat is een beetje een afwijking van me.... doe ik in de supermarkt ook altijd...
Ik had geen idee hoeveel ik had gekocht, nou ja, 13 boeken, maar ik had niet de prijs bijgehouden. Toen het meisje 92 euro en 5 cent op de kassa aan sloeg riep ik uit: "Zó weinig??!!"
Ze keek me stomverbaasd aan en ik meende haar gedachten te kunnen raden: die is gek.

één van de boeken, voor € 5,95
Op weg naar het boekenfestijn had ik de bus genomen en was verder te voet gegaan. Maar met zeventien-en-halve kilo had ik geen zin om de reis terug (6 km) op dezelfde manier  te doen dus bestelde ik een taxi.
Bij een temperatuur van 0 graden ging ik buiten wachten zodat ik de mogelijkheid had om voor het eerst in tweeënhalf uur een sigaret op te steken. Vanwege mijn verkleumde vingers brandde ik daarbij een gat in mijn wijsvinger. Hè kut!

Maar de taxi kwam spoedig en bleek bestuurd te worden door een geheel in gothic zwart geklede vrouw van een jaar of 45-50. Ik plaatste mijn big shopper en de andere twee plastic tassen met boeken op de achterbank en ging voorin zitten. Tjee, die dame (zwart lang haar, veel oorbellen, ringen, armbanden en piercings) reed wel érg heftig! Een stoplicht op rood: remmen op het laatste moment. Weer wegrijden: meteen van de 1 naar de 4 (het was een automaat, maar je snapt wat ik bedoel).
En dus gebeurde het gevreesde: bij één van haar heftige afremmingen stortte de big shopper van de achterbank en viel tussen de achterbank en de voorstoelen in, daarbij alle boeken verliezend....
Ik vreesde voor grote schade. Ik had zóveel moeite genomen om de beste exemplaren uit te kiezen, die met de minste kreukjes/deukjes/vouwtjes. Om dan hier bijna thuis nog even alles in elkaar te laten storten leek me een bitter lot.
Gelukkig kwam het allemaal goed. Bij mijn huis aangekomen raapte ze alle boeken die tussen de stoelen waren gevallen netjes op en stopte ze in mijn tassen. Naderhand bleek er geen zichtbare schade aan de boeken.

De rest van de zaterdag en de zondag heb ik me uitstekend vermaakt met de aanwinsten. Ik had eindelijk weer iets boekachtigs gedaan. Na de trieste gebeurtenissen van de afgelopen weken geeft dat een heerlijk gevoel!

zaterdag 20 november 2010

Een leven lang een vader


Op 29 september 1920 werd in Loosduinen een jongen geboren die de eerste was in een gezin van uiteindelijk 14 kinderen. Zijn naam was Willem, afgekort tot Wim.

Wim, "de knapste jongen van het dorp" trouwde in 1947 met Reina (toevallig algemeen beschouwd als het knapste meisje van het dorp) en samen kregen ze acht kinderen.
"Hij hoefde me maar aan te kijken, of ik was al zwanger", zou Reina ooit gezegd hebben.
In 1999 overleed Reina. Kort daarna trouwde hij opnieuw, want: "alleen zijn vind ik maar niks". Bovendien was hij gewoon weer verliefd geworden.

Dinsdag 16 november 2010 om 12:53 uur blies hij zijn laatste adem uit. Ik was erbij. Deze negentigjarige krachtige, lieve man was mijn vader.

Afgelopen ochtend hebben we hem naar zijn graf gedragen. Het was een prachtige dag.

(foto: mijn vader rond 1939-1940)

zondag 31 oktober 2010

Martin over Mulisch

Je word nu helemaal gek natuurlijk van alle berichten naar aanleiding van de dood van Harry Mulisch. Ik wil er niet veel aan toevoegen, slechts dit.

Op de vraag van Adriaan van Dis in een TV-interview uit 1989 "creëert u niet een mythe van het schrijversschap?" antwoordt HM volmondig Ja.
Dan -even later- de vraag van Van Dis: "U verheft zich daardoor wel een beetje?"
Mulisch: "De anderen kunnen toch méé komen!?"

Dát is voor mij de kern. Mulisch pareert de kritiek op zijn sterrenstatus door de criticasters en de gewone man op te roepen zelf ook maar eens uit hun luie nest te komen en iets néér te zetten.
Ik herken me helemaal in die eigenschap van HM. Klaag niet over mensen die briljant zijn, de top bereiken en daardoor veel verdienen maar doe het zelf, eikel! (Nergens persoonlijk bedoeld.)



Iedereen die zijn kop in dit kouwe kikkerland boven het maaiveld uitsteekt verliest die. Mulisch leefde als een vorst omdat hij een vorst wás. Wat kan het leven simpel zijn.


Toppie gedaan Harry, en veel lol in de hemel gewenst.

Alderney (slot)

Hoe zit dat toch met die fascinatie voor kleine eilandjes? Voor onbewoonde eilandjes kan ik die vraag eigenlijk vrij gemakkelijk beantwoorden. Het heeft, voor mij tenminste, te maken met het ontoegankelijke dat juist daardoor zo aantrekkelijk wordt. Het ontoegankelijke (of verbodene) zoals toen je een kind was en fantaseerde over die bunker in de duinen of die geheimzinnige schuur in een weiland waar je niet mocht komen omdat anders de boer met een riek in z'n knuisten achter je aan kon komen.

De aantrekkingskracht die van bewoonde eilanden uitgaat wordt voor mij bepaald door de grootte ervan (niet te groot) en het aantal bewoners (niet te veel). Een eiland met 23 miljoen inwoners zoals Taiwan: bwâh. Veel interessanter zijn Schiermonnikoog (940 inwoners), net als La Graciosa (Canarische eilanden, 650 inwoners) en natuurlijk Alderney (ca. 2500 inwoners). Eilanden met heel weinig bewoners zijn weliswaar ook erg interessant, maar als bezoeker minder leuk. Je kunt onmogelijk je eigen gang gaan tussen de 28 bewoners van Lundy Island (Engeland) of de 50 van Palmerston Island.

Wanneer een eiland genoeg mensen telt om een economie te kunnen vormen en een bestuur nodig heeft dan wil ik er veel van weten. Vraag over Alderney: kent iedereen daar iedereen? Nee, maar wel bijna. Is er criminaliteit? Ja, er is pas gereedschap gestolen uit een schuur. Bovendien is er één politieman op het eiland, maar op het moment dat ik op het eiland ben lees ik dat hij zojuist geschorst is. Officieel weet niemand waarom, maar je kunt je voorstellen dat omtrent de reden volop gespeculeerd en geroddeld wordt. Officieel is alleen gezegd dat het vanwege een niet-criminele daad is.

Alderney is groot genoeg voor een krant, twee zelfs! The Alderney Press en The Journal. Beide verschijnen tweewekelijks. Ik koop van beide het laatste nummer (men is buitengewoon verbaasd dat een buitenlander een lokale publicatie wil hebben!) en kom te weten dat er meer dan 50 clubs bestaan, van Line Dancing tot Dierenwelzijn, van een fotografieclub tot een kleiduivenschietclub (geïnteresseerden kunnen bellen met tel. 824031), werkelijk aan alles is gedacht om de verveling te verdrijven.
Dat Alderney zo z'n eigen problemen heeft blijkt uit de Alcoholics Anonymous, ook hier actief (hoewel, anoniem?) en de Al-Anon Family and Friends Club (inderdaad helemáál niet anoniem hier!).

Dan is er nog de trein. Een eiland van nog geen tien vierkante kilometer met een spoorweg? Ja, in 1840 kreeg Alderney een heuse spoorlijn zoals ik las in Railways of the Channel Islands [link]. Tegenwoordig is er nog maar een deel van over dat vooral door toeristen gebruikt wordt. Uiteraard maakte ik een retour-ritje met deze wagons die vroeger in de New Yorkse ondergrondse dienst deden en die nu getrokken/geduwd worden door een diessellocje uit 1949.

Toen ik, aangekomen op het eindpunt bij Mannez Quarry, foto's had gemaakt van de schitterende vuurtoren die daar staat, was ik een beetje te laat voor de trein terug naar hoofdstad St. Anne. De vrouw van een jaar of veertig die hier bij-hobbyde als kaartjescontroleur was in een streng zwart uniform gestoken en stond al met één been op het perron en met één been op de treeplank, met een fluitje in haar mond, klaar om het vertreksignaal te geven. Amechtig hijgend, terwijl ik mijn pas nog eens versnelde, wuifde ik naar haar en riep "wait, wait!"
Ze wachtte inderdaad, maar ik had nog geen stap op het balkon gezet -- de deuren sloten reeds -- of ze ging breed voor mij staan en versperde mij daarmee de toegang tot de coupé. Met een strenge blik keek ze mij aan en zei "Actually, you should be punished for being too late. But for this time I let you go!" 

Een beetje schuldbewust knikte ik en zocht een plekje op een van de versleten bankjes. Terwijl het treintje door het lage landschap schommelde begonnen haar woorden langzaam tot mij door te dringen: ik zou gestraft moeten worden? Echt? Hoe dan? In gedachten zag ik haar lichaam voor me: die lange benen, stevige billen en borsten, dat uniform, die strenge blik, dat hele kleine lachende trekje om haar mondhoeken toen ze haar strenge woorden uitsprak.... Moest ik dit als een heimelijke uitnodiging uitleggen?

Om een uur of vier die middag vloog ik terug naar Guernsey. Naast de twee piloten waren er maar twee andere passagiers, in tegenstelling tot de heenvlucht toen er 13 waren.  Het tijdelijke inwonertal van Alderney was dus gegroeid.
Wat later, intussen tot mijn volle tevredenheid gesetteld in een reusachtige hotelkamer, kreeg ik spijt dat ik niet adequaat op haar strafaanzegging had gereageerd. Misschien moet ik nog eens terug om dezelfde rit opnieuw te maken of te missen...

zondag 3 oktober 2010

Een boek dat bijna niemand kan lezen

Ko e Evagelia a Mataoi.
Ko e tohi he matohiaga a Iesu Keriso, ko e tama a Tavita, ko e tama a Aperahamo.
Zo begint het boek dat ik begin september kocht op eBay en deze week ontving. Dit boek, waarvan de volledige titel luidt : Ko e Maveheaga Fou, he iki ha tautolu, ko Iesu Keriso; katoa mo e Tohi he Tau Salamo; kua liliu ke he vahagau Niue is niets meer of minder dan het Nieuwe Testament in de Niueaanse taal. De bovenstaande zin is de aanvang van het evangelie volgens Mattheüs:



Het evangelie naar Mattheüs
Geslachtsregister van Jezus Christus, de zoon van David, de zoon van Abraham.
Niue is een klein eiland midden in de Pacific: 260 vierkante kilometer, ruim anderhalf keer zo groot als Texel, maar met slechts 1400 inwoners (tien keer zo weinig als er Texelaars zijn). Het is er kaal en heet en het fascineerde Boudewijn Büch buitengewoon. Geen wonder: er zijn bijna geen boeken over. Hij is er zelf geweest, wat in 1993 twee fraaie uitzendingen opleverde in de serie De Wereld van Boudewijn Büch.

BB verzamelde volgens eigen zeggen alles van en over Niue (net als over heel veel andere eilanden). Ik bezit 6 boeken over Niue, wat behoorlijk veel is voor de gemiddelde eilandengek, waarvan één (The Decolonisation of Niue door Terry M. Chapman, Victoria University Press, Wellington, 1976) afkomstig is uit de bibliotheek van Boudewijn. Hij kocht dit boek op 22 april 1995 in Wellington, Nieuw-Zeeland.

Terug naar mijn aanschaf, hier ligt het op mijn bureau. In het echt ziet er beter uit dan op deze kale flitslicht foto. Het leer is nog behoorlijk goed en bovendien zijn de drie snedes verguld en ligt het boek nog strak in de band.


Wanneer je probeert deze Polynesische taal te lezen struikel je over de vele a, u, o klanken -- wat typisch is voor Tongaans en andere Polynesische talen. Ook met behulp van mijn woordenboek Tohi Vagahau Niue (Niue Language Dictionary : Niuean-English, with English-Niuean finderlist), uitgegeven door de regering van Niue in 1997) kom je niet ver.

Wat is nu de thrill van deze aanschaf?
1) het is een bijzonder boek op zich, een bijbel uit 1881 in de Niueaanse taal
2) het is uitermate zeldzaam: ik heb alle belangrijke bibliotheken getest, de Library of Congres, de British Library enzovoort maar nergens komt dit boek voor.
3) en ook tweedehands bij Addall/Antiqbook enz is dit boek onbekend.

Zo heerlijk is verzamelen dus: nergens is een andere eigenaar te vinden. Maar het zou me tegelijkertijd niet verbazen dat in verschillende Niueaanse huishoudens deze bijbel ergens op zolder ligt of gewoon op de eettafel.

"Jantje, wil je voorlezen uit de Bijbel?"

"Ja hoor: Ha kua matakutaku au, neke fina atu au, ti moua foka e mutoluau kua kehe mo e mena kua loto..."
(2 Korinthië 12, vers 20).

donderdag 30 september 2010

Een nieuw bericht

Het slot van Alderney (en andere eiland-observaties) is in de maak, weest gerust.
Intussen ben ik al weken druk druk druk.

Mijn vader is gisteren 90 jaar oud geworden [ik erf zijn genen] en hij viert dit aanstaande zaterdag. Om deze mijlpaal luister bij te zetten heb ik de afgelopen weken een boek samengesteld van de foto's (met zijn eigen historische bijschriften) die hij in 1946/47 gemaakt heeft toen hij bij de Koninklijke Marine naar Indonesië voer aan boord van het vliegkampschip Hr. Ms. Karel Doorman. (dit schip)
Tja, ik ben best wel trots op hem en heb mijn belangstelling voor de zee en eilanden duidelijk niet van een vreemde!

Zaterdag presenteer ik hem dit boek en natuurlijk kwam veel van het het werk neer op de laatste paar dagen. Zelden heb ik zo veel vrije tijd opgeofferd aan een onbetaald project en het ging ook nog ten koste van mijn boekengekte. Zo zijn er deze week 8 pakketten met boeken binnen gekomen waarvan ik ene de helft heb uitgepakt (en nauwelijks gezien terzijde gelegd) terwijl de andere helft nog wacht op uitpakken. Maar ik maak dit boek uit liefde voor mijn vader want hij heeft niet zo heel lang meer, vrees ik...

maandag 6 september 2010

Sorry, ik lees

Ik had nog Alderney (3) beloofd, maar zoals gewoonlijk ben ik niet zo goed in het nakomen van beloften. Wat dat betreft heb je niets aan mij.
Intussen lees ik als een gek, het ene na het andere boek verslind ik. Veel Bernlef, Maarten 't Hart en wat verder zo op mijn weg komt.

Het einde van de zomer nadert. In de trein op weg van werk naar huis beleef ik mijn finest moments, zoals vanmiddag met dit prachtige boek. Ik lees het als inspiratiebron: zó te kunnen schrijven, dat wil ik ook! Ik droom zelfs weleens over schrijven.


Mijn innigste verlangen is te stoppen met dat energievretende gedoe dat 'werken' heet en voorgoed af te zijn van de eindeloze stroom zorgen die het ondernemer zijn met zich meebrengt.
Volgens de statistieken heb ik, rekening houdend met mijn leefgewoonten, nog 34 jaar te gaan. Maar ik kom uit een sterk geslacht, mijn vader wordt eind deze maand 90. Als 't een beetje mee zit heb ik nog tientallen jaren voor de boeg, decennia vol lees- en schrijfgeluk.
Wat een heerlijk vooruitzicht!

zondag 15 augustus 2010

Alderney (2)

[Dit is het vervolg op Alderney (1)]

Mijn reis over de Kanaaleilanden is in elkaar gebreid door Sunair. En zo weet ik dat ik vandaag 24 juli op Alderney een eilandtour krijg. Ik verwacht dan ook straks in een busje of touringcar te zullen stappen om met een groep anderen over het eiland getrokken te worden.

Vandaar dat ik overrompeld ben als een stevige vrouw van ongeveer mijn leeftijd, met lang grijs haar (dat heb ík dan weer niet) op me afkomt en vraagt of ik Mr. Dezowietie ben. Inderdaad, van mijn achternaam kan een Engels sprekend persoon alleen een fonetische weergave maken, zodat ik meestal meteen meld dat ik gelukkig een heel Engelse voornaam heb. Bij het horen van Martin klaart hun gezicht dan wonderwel op!
Ze (ik zal haar Claire noemen, haar naam is me ontschoten) ging me voor naar een kleine landrover waarna ik aan de linkerkant mocht instappen. "Vandaag ben ik je gids", legde ze me uit, "is er iets bijzonders dat je wilt zien?" Overvallen door deze luxe behandeling weet ik niets anders te berde te brengen dan: "doe maar, begin maar!" Het eiland ligt klaar om door mij opgeraapt te worden!

Alderney op Google Maps, een heel fraaie eilandfoto
Over onverharde wegen rammelen we naar de westkust van het eiland. Onderweg komen we geen levende ziel tegen. Dan, na over het dak van een ingegraven Duitse bunker gelopen te hebben staan we voor een adembenemend uitzicht: twee rotseilandjes, Les Etacs  geheten.


Je zou verwachten dat hier drommen toeristen bijeen kleven, maar we zijn vrijwel alleen. Op een klif 50 meter verderop ontwaar ik slechts twee oudere potige vogelaarsters (lesbische vrijsters?) die met reuzenkijkers angstwekkend op de rand van een afgrond balanceren. Op Les Etacs broeden namelijk zo'n 6000 jan-van-gent paartjes en alleen al het geluid van deze vogels is zeer indrukwekkend. (Als je in het plaatje klikt zie je dat het wit niet alleen bestaat uit uitwerpselen maar ook uit vogels.)
Claire leent me haar verrekijker; jammer dat de wind aflandig is, anders had de geur van de vogelshit mijn neus kunnen bereiken.

Terwijl we terug lopen naar de landrover voel ik me opeens een soort Boudewijn Büch. Ik stel allerlei vragen waarop ze uitvoerig antwoord geeft. Behalve gids is Claire ook taxi-chauffeur, maar haar eigenlijke baan is onderwijzers aan de plaatselijke lagere school. Iedereen heeft hier minimaal twee baantjes, zo gaat dat op eilandjes.

We rijden verder de westelijke en noordelijke kustwegen over. Claire woont al heel lang op Alderney. "Ken je alle mensen op het eiland?" vraag ik. "Inderdaad, misschien niet iedereen persoonlijk, maar globaal gesproken wel." Ik verneem ook dat het eiland een soort verzamelplek is geworden van vrijbuiters, zoals zeezeilers die gestopt zijn met over de wereld reizen en hier een rustig interessant plekje aan de wal hebben gevonden. Of mensen die zich om andere redenen niet graag willen aanpassen aan de hectische samenleving met al haar wetten en regeltjes... Zo kun je hier nog wel roken in een café want de paar wetshandhavers op dit eiland hebben wel wat anders te doen, ze zijn namelijk ook nog timmerman of hebben een winkel. En hebben daarnaast geen zin in ruzie met hun buren.

Terwijl we op de hoofdstad St. Anne aan rijden (de meeste plaats- en straatnamen zijn hier  Frans) vraag ik of alcohol hier (of ook, net als op de andere eilanden) een probleem is. Tja, er wordt hier flink gezopen. Zo heeft de jeugd bezit genomen van een aantal bunkers waar ze hun eigen feestjes organiseren, ver weg van de bewoning. Ik moet opeens aan Urk denken en aan zuipketen.
Onderweg komen we ergens drie jongens tegen, jaar of 15-17 zo te zien, die naast hun auto (15 jaar, auto rijden?) bezig zijn een grote stapel te maken van houten pallets. "Die hebben vanavond hier hun bonfire," legt Claire uit, "wat moeten ze anders?" De jochies kijken een beetje schuldig -- niet naar mij denk ik, maar wel naar hun teacher.



Zo vordert onze tocht met gesprekken over het sociale leven op Alderney. Miljonairs maar ook minder vermogenden hebben oude forten en verdedigingswerken opgekocht om er iets toeristisch te beginnen of om er gewoon te wonen in de zomer. Maar de staat (Alderney valt onder de bailiwick - baljuwschap - van Guernsey) heeft juist deze maand strengere belastingregels voorgesteld en nu ligt alles op z'n gat. Voorheen mocht je hier 180 dagen per jaar verblijven zonder belasting te hoeven betalen, maar nu moet je als je meer dan 91 dagen per jaar op het Alderney wilt verblijven opeens 25.000 pond tax betalen, zo'n € 30.000!

Er zijn ook mensen die ooit voor weinig geld een bunker hebben gekocht om er in de zomer te wonen. We komen langs één er van en ik herken het meisje met de paardenstaart dat voor me zat in het vliegtuig (zie de foto in de vorige blog over Alderney) bezig bagage uit te laden. De sombere stemming is van hun gezichten af te lezen.

Ik was slechts één dag op Alderney en had gedacht het in één of twee blogjes te kunnen beschrijven maar dat gaat niet lukken.  Misschien moet ik minder uitvoerig zijn. Maar bovenal overvalt me de twijfel over het nut van mijn geschrijf: op internet besteden mensen nooit meer dan 31 seconden aan een pagina. Hoe snel je ook leest, 31 seconden is niet genoeg om het voorgaande gelezen te kunnen hebben.

Wat Alderney betreft: het komt er op neer dat er een deel 3 moet komen, alleen zal ik nu geen datum beloven. Just check and see.

maandag 9 augustus 2010

Overbagage

Om het risico op overbagage te verkleinen had ik vóór mijn reis naar de Kanaaleilanden het gewicht van mijn koffer bewust een stuk onder de toegestane 20 kg gehouden. Ik ging met 18 kilo van huis. Maar eenmaal op mijn bestemming was er toch geen houden meer aan.

Ik heb op de eilanden 21 boeken en boekjes gekocht, veelal kleinere publicaties, maar ook wat zwaardere gebonden boeken. Daarnaast heb ik een stuk of veertig folders, (geografische) kaarten en ander drukwerk verzameld.
Al met al: teveel! Daarom heb ik iets gedaan (moeten doen, kun je beter zeggen) wat ik nooit eerder deed: ik heb een flinke doos met boeken per post naar mezelf gestuurd. Wat nog een hele onderneming was op de Guernsey Post Office. Voor het forse bedrag van 32 pond (circa 37 euro) stuurde ik 5 kilo (7 boeken) naar Zwolle. Daar kwam het eergisteren aan: een feestje om deze boeken na bijna twee weken weer terug te zien en eindelijk te kunnen incorporeren in mijn bezit!


Bij mijn vertrek uit Guernsey woog mijn koffer 25 kilo, 5 meer dan toegestaan, maar de luchthaven deed er gelukkig niet moeilijk over. Een extra label aan de koffer en dat was het.


Optelsom: 18 kg bij vertrek + 7 kg overgewicht + 5 kg verstuurd = 30 kg.
Zelf was ik ook nog 'ns 3 kg in gewicht aangekomen vanwege de vele verorberde biefstukken, pasta's en chips, maar dat is me vergeven.

Reizen is voor boekenliefhebbers een verzoeking. Het vergt wat organisatie betreft het uiterste van je en slaat achteraf ook nog eens een flink gat in je bankrekeningsaldo.
Ik zou het eigenlijk niet meer moeten doen!

p.s.: deel 2 van Alderney verschijnt hoop ik woensdag.
p.s. 2: ik heb reacties op deze blog weer open gezet, dus je hoeft geen google-id of zo meer te hebben.

zondag 8 augustus 2010

Alderney (1)

Zaterdagochtend 24 juli in de vroege ochtend vlieg ik met een Fokker 40 van Jersey naar Guernsey. In het maar half gevulde vliegtuig, dat plaats biedt aan maximaal 48 passagiers, zit ik naast een man die door zijn onderuitgezakte en in teruggetrokken houding de indruk wekt dit tochtje wel vaker te maken. Op één of andere manier fascineert hij mij. Ik weet dan nog niet dat ik hem een paar dagen later zal tegenkomen in de bar van mijn hotel op Guernsey waar ik kennis zal maken met hem en een paar van zijn vrienden en iets zal opsnuiven van de wereld van onbekommerd levende miljonairs, mavericks (vrijbuiters).
Van Guernsey vertrek ik even later naar het eiland Alderney, het meest noordelijke van de Kanaaleilanden en het enige dat daadwerkelijk in het Kanaal ligt.


Ik vlieg met een Trislander, een driemotorig propellervliegtuig dat zó uit een strip van Kuifje lijkt te zijn weggevlogen. Er kunnen 15 passagiers mee. Het interieur en comfort van het vliegtuig doet nog het meest denken aan een lelijke eend: dezelfde opklapbankjes, met gepikkelde stof bekleed, plastic raampjes (waarbij die van de piloot net als bij de 2CV kan opklappen) en een beenruimte waarbij je knieën pijnlijk in de zitting van je voorganger priemen.



Er is geen afscheiding tussen de piloot/copiloot en de passagiers zodat je op het instrumentenbord mee kan kijken. Met een snelheid van 250 km/u vliegen we op zo'n 800 voet (270 meter) hoogte in 14 minuten naar Alderney (spreek uit: Óldernie). Het lawaai van de motoren maakt een gesprek zo goed als onmogelijk, maar dat geeft niets want ik geniet volop van deze aviatische ervaring!
Maar daar ligt Alderney al: 4,8 km lang en 2,4 km breed, thuis voor 2.400 inwoners.


De Trislander is gemaakt om op grasland te kunnen landen, maar er is een betonnen landingsbaan op het eiland dus het schokken valt wel mee. Het vliegtuig heeft een stuk of drie deuren aan de zijkant waardoor je kunt uitstappen. Eerst de passagiers vóór je, dan wordt hun lege bankje naar voren geklapt en kan jij. Naast mij zit een corpulente, hevig zwetende en naar adem happende man van een jaar of vijftig. Terwijl hij probeert zijn lichaam uit het krappe toestel te wurmen verlaat een zacht knetterende en duidelijk 'natte' wind zijn lichaam. Zowel de jongen op het platform (die een trapje voor hem heeft neergezet en aan zijn arm sjort om hem er uit te krijgen) als ik doen net of we niets merken. Even later volgt een tweede wind, nog natter zo te horen.....



Het luchthavengebouw van Alderney is ongeveer zo groot als mijn woonkamer en keuken samen. Hierin bevinden zich zowel de vertrek- als aankomstbalie, een belastingvrij inkopen gedeelte (?), een paar tafeltjes en stoeltjes en een rekje met toeristische artikelen waaruit ik één boekje koop. Ik voel me onmiddellijk thuis op dit eiland, waar iedere vorm van formaliteit lijkt te zijn verbannen en iedereen elkaar lijkt te kennen.

In het voorportaaltje (de uit- en ingang zogezegd) stuit ik onverwacht op de eilandbibliotheek: twee smalle kastjes met boeken waaruit je zonder plichtplegingen boeken kunt meenemen of er zelf iets in kunt terug zetten. Een warm gevoel trekt door mijn lichaam, een soort tederheid bijna...


Nogal raadselachtig achteraf vind ik de kartonnen doos, links op de voorgrond van de foto, die gevuld lijkt met knotten wol, naalden en onafgemaakt breiwerk. Zou dit hier neergezet zijn voor het geval het onstuimige weer het onmogelijk maakt om te vliegen? Zodat je een stukje verder kan breien aan een sjaal of sok voor een eenzame eilandbewoner zonder geld?

Met een opgewonden gevoel over de mogelijke verrassingen die me nog te wachten staan verlaat ik het luchthavengebouw en rook een sigaret. Vanuit mijn ooghoek zie ik een dame op me af komen lopen. Wat wil ze?

(wordt vervolgd)

zondag 1 augustus 2010

The house of Victor Hugo on Guernsey

This is a special contribution for members of the Folio Society Group from LibraryThing.
The Folio Society recently published a limited edition of Hugo‘s ‘Les Miserables’ which is very popular and much talked about on several FS Groups.

Last week I was most happy to visit the house where the great French writer Victor Hugo (1802-1885) lived for some 15 years: in St. Peter Port, on the island of Guernsey.

After being expelled from France and later from Jersey, Victor Hugo moved to Guernsey which is one of the Channel Islands and only about 12 miles off the coast of France. It’s 1855. At first Hugo stays for almost a year in a house in rue de Hauteville, no. 20, called ‘Hauteville Fairy”



A year later in 1856 he moves to a much larger home further up the road which he calls “Hauteville House“. A major refurbishment takes place.


Hugo’s house happens to be a very remarkable strange house: gothic avant-la-lettre to my opinion, with walls and ceilings completely covered with dark colored wood carvings, abundant tapestry, delft tiles, paintings and so on. Imagine that there was no electricity in the 1850’s yet so he had to lit the house by gas light and candles alone and it must have been very dark indeed. I should say it’s no wonder that Hugo suffered from nightmares and looked for a brighter place to work.

He found a solution by turning the attic into a large, completely glassed, lookout .



Here we find part of his library and room for his manuscripts.


In a side chamber he makes his new bedroom. From the windows he overlooks the harbour of St. Peter Port, the islands of Herm and Sark and on bright days the coastline of France (photographed from the second floor). On this spot he completed Les Miserables.


Hugo’s house is open for guided tours only. It’s allowed to make photographs but only without flash light. I regret that half of the pictures I made didn’t meet the qualification to publish here but I hope you nevertheless enjoyed this little contribution to a writer and artist who was definitely ahead of his time.

zaterdag 31 juli 2010

De Kanaaleilanden

De afgelopen weken heb ik een oude droom eindelijk werkelijkheid laten worden: de Kanaaleilanden bezoeken. In komende bijdragen zal ik daarover schrijven.
De eerste bijdrage zal in het Engels zijn voor mijn vrienden van LibraryThing.

woensdag 14 juli 2010

Masturbatie

Vorige week las ik het boek Met de hand: een culturele geschiedenis van de soloseks van Mels van Driel. Ik ben van nature zeer geïnteresseerd in dit onderwerp en mijn verwachtingen waren daarom hoog gespannen toen ik de aankondiging van dit boek zag.

De inhoud viel echter tegen. Mels van Driel focust zich op de bekende veroordelingen die door godsdienst en psychologie over masturbatie zijn gegeven. Zijn  historische weergave hierover klopt in grote lijnen, maar ik vind dat het niet goed wordt uitgewerkt of verdiept. Het is allemaal nogal schetsmatig.

Van Driel noemt masturbatie het grootste taboe. Uit eigen ervaring kan ik beamen dat dit klopt en dit boek bevestigt dat op een volgens mij pijnlijke manier door het woord masturbatie in de ondertitel te vervangen door 'soloseks'. Want je zal toch maar in de boekhandel betrapt worden bij de aankoop van een boek over masturbatie! Nee, soloseks klinkt nog wel maatschappelijk/sociaal verantwoord. Alsof je de Viva leest.

In Met de hand worden verschillende 'recente' onderzoeken aangehaald zoals van Shere Hite en Masters & Johnson, maar de resultaten worden onvoldoende uitgewerkt.
Het boek is is voorzien van tamelijk obligate illustraties. Vrijwel nergens zijn ze expliciet -- als er één onderwerp is waarover gemakkelijk expliciete en ook goede en historisch verantwoorde illustraties zijn te vinden dan is dit het wel. Kijk bij voorbeeld eens naar de Franse pornografie uit de 18e eeuw, de zogenaamde French postcards uit het begin van 19e eeuw en de Uwe Scheid en Rosenberg collecties (begin 20e eeuw). Alleen het laatste hoofdstuk, over masturbatie in de kunst kon me wel bekoren. In vogelvlucht geeft hij hier een aardige presentie van het onderwerp met goede illustraties.


Tenslotte: er is in dit boek vanaf het begin een zeer nadrukkelijke focus op
soloseks (bedoelt hij masturbatie?) door homoseksuele mannen, iets dat gaandeweg begint te storen. Het lijkt er op of de auteur hier zijn persoonlijke voorkeuren teveel de overhand geeft.
De vrouwelijke masturbatie blijft -- ook al doet hij zijn best om er meer over te weten te komen  -- onderbelicht.

De schrijver probeert het taboe op masturbatie te doorbreken maar bevestigt zelf het taboe door niet over zijn eigen ervaringen te spreken. Dit boek zou daarvoor een uitgelezen kans zijn geweest!
Kortom: het is een aardig bedacht boek maar een mislukt door de slechte uitwerking. Ik blijf wachten op het definitieve boek over datgene dat bijna 100 procent van de mannen en meer dan 80% van de vrouwen doet.

Persoonlijk voel ik geen enkele schaamte om te praten over masturberen (trekken, afrukken). Ik doe het minstens vijf keer week en in de zomer vaak wel twee keer per dag. Het is het heerlijkste instant geluksmoment dat je jezelf kunt geven! Het is ook niet beperkt tot mannen zoals wel duidelijk is uit de statistieken. Van een ex-vriendin weet ik dat ook zij genoot van de talloze manieren om te vingeren, clitje-draaien, en al die andere subtiele manieren waarop vrouwen zichzelf kunnen bevredigen. Ook als ze ze een partner hebben!

Aan de hand van de reacties die op deze blog binnenkomen zal duidelijk worden in hoeverre masturbatie nog steeds een taboe is. Ik hou mijn hart vast....

advies: koop dit boek en oordeel zelf.

maandag 12 juli 2010

Kan het gekker?

Dit gaat niet over boeken. Ik heb vele uren plezier gehad aan het WK Voetbal 2010. Maar nu wordt het me toch te gek.
  • over het Museumplein vloog gisteren een helikopter die oranje anjers uitstrooide over het publiek.
  • de binnenkomst per vliegtuig van het elftal werd begeleid door twee F16's, waarvan één oranje was geschilderd. (Ik dacht dat ik juist vorige week een noodkreet van Defensie had gelezen waarop zij bezuinigingen aankondigde.)
  • op de landingsbaan rukten brandweerauto's uit om het landende toestel te besproeien met welkomst-fonteinen.
  • in Amsterdam -- geleid door de PvdA-er Eberhard van der Laan -- rijdt een speciaal oranje geschilderde tram rond.
  • op dinsdag 13 juli kan iedereen gratis reizen in de hoofdstad.
  • de NS heeft 13 juli een aangepaste dienstregeling gericht op het vervoeren van honderdduizenden mensen (idioten?) naar Amsterdam, waardoor ik als forens mogelijk niet, later of zonder zitplaats vervoerd moet worden naar mijn werk.
Nederland wordt steeds extremer (net als het weer trouwens). Ik gun iedereen zijn of haar lol, maar laten we niet overdrijven.


Ik betaal veel belastingen maar zou liever zien dat belastinggeld besteed wordt aan gezondheidszorg of onderwijs dan aan de bevrediging van de bezopen behoeften van oranjegekken. En die oranjegekken, al is het een minderheid, deinzen er niet voor terug om na een paar 'pilletjes' of gewoon totaal dronken, de politie te lijf te gaan.

Ernstiger is, zo lijkt mij, dat dit een trend gaat worden. Het publiek eist steeds meer. Gisteren werden voor het eerst dus die duizenden oranje anjers vanuit een helikopter uitgeworpen. Misschien een actie van Eberhard van der Laan om zijn populariteit als nieuwe burgemeester van Amsterdam een boost te geven. Maar hier is meer aan de hand.
Ik voorspel: dit wordt voortaan een minimumvereiste voor een willekeurige gemeente in Nederland om nog een "feestje" te vieren. Of het nu gaat om een kampioenschap of om Koninginnedag: voortaan horen bloemen uitstrooiende helikopters tot het Nederlands cultureel erfgoed. En daar heeft de hooligan/fan/burger "gewoon recht op". En als je dat recht niet krijgt, dan ga je gewoon stenen gooien naar de politie!

Wat er morgen gaat gebeuren bij de 'huldiging' van Oranje kan ik niet voorspellen. Maar ik hoop stiekem --héél vilein-- dat het in het water valt. Als er dan ook nog enkele betreurde gewonden of doden bij vallen zijn we voortaan af van dit soort idioterie...

Leestip: alles van Paul Léautaud.

zondag 4 juli 2010

Het eerste half jaar

Ik moest me opnieuw aanmelden (nou ja inloggen) bij Blogger omdat ik zo lang inactief was, what a shame!
Terwijl het toch zo'n fijn boekenjaar is, want ga maar na: al 204 boeken kwamen het eerste half jaar van 2010 mijn huis binnen. Begin juni was ik succesvol met de aankoop van twee kaveltjes boeken op de veiling van boeken van Kees Fens (zie eerdere blog). Het is een groot genot om series te verzamelen, vooral in het begin als je nog weinig hebt! Mijn Russische Bibliotheek breidde ik uit met 20 smetteloze delen, waaronder het complete werk van Dostojewski (ik las heel veel D. toen ik een jaar of 20 was).


De Privé-Domein verzameling werd uitgebreid met 17 deeltjes. Ik heb er nu in totaal 55, van de circa 280 delen die verschenen zijn. Nog een lange weg te gaan dus...


Veilingen zijn -- zo merk ik -- een uitstekende manier om het bezit gestructureerd en voordelig uit te breiden. Voor de delen Russische Bibliotheek betaalde ik inclusief opgeld en verzendkosten omgerekend € 10,34 per deel en voor de Privé-Domeintjes € 10,71 per deel. Dat zijn goede prijzen!

Dat juni de maand van het spannende boek was, is aan mij niet ongemerkt voorbij gegaan. Ik kocht een hele stapel thrillers: vier boeken van Charles den Tex en twee van Jo Nesbø. Mede dankzij een rugblessure waardoor ik zes dagen thuis zat (15-20 juni) en een knieblessure (2 juli-?) heb ik ze allemaal uitgelezen.
Charles den Tex, van wie ik eerder Dump had gelezen vind ik een goede schrijver met een frisse stijl en actuele Nederlandse thema's.
Daarnaast was de Noor Jo Nesbø een reuze-ontdekking: mijn komende vakantie gaat een hele stapel nieuwe boeken van hem mee in de koffer. Maar over die koffer én de reisbestemming later meer.

maandag 7 juni 2010

Oogst van de Zwolse Boekenmarkt 2010

In een zinderende hitte heb ik zondag de Zwolse Boekenmarkt 2010 af gelopen. Het was zó drukkend warm dat er maar weinig bezoekers waren -- voorwaar een genot!

Ik heb namelijk aan niets zo'n hekel als me tussen allerlei lijven te moeten dringen wanneer ik een boek, dat ik van een afstand al als interessant had gespot, nader wil beschouwen en vastpakken, maar dat dit niet kan omdat de onvermijdelijke zeurkeus (v) me de weg verspert en de standhouder vraagt naar een of ander bekend kinderboek en meteen een verhaal afsteekt waarom ze het al zo lang zoekt en hoe zeldzaam het wel niet is. "Eerst zelf kijken, mop," denk ik dan, "en daarna pas vragen!"

Het kan ook een ultradomme of arrogante (m) zijn natuurlijk, zoals de man die --bij een stand aangekomen waar uitsluitend literair werk en kunst ligt uitgestald-- meteen vraagt: "heeft u ook boeken over munten en bankbiljetten?". Hiervan had ik dus allemaal geen last. Op laatstgenoemde man na dan, die van de antiquaar na 5 seconden het korte antwoord kreeg: "Nee!". Die vijf seconden had de antiquaar niet nodig om in zijn geheugen na te gaan of hij dergelijke boeken wel had, maar om de 'klant' te fixeren op zijn eigen stupide vraag en hem af te serveren met terechte onbeleefdheid. Prachtig! (Wie van dit soort verhalen smult leze de winkeldagboeken van de heren van Hinderickx & Winderickx.)

Maar ik wijd uit. Op de markt aangekomen pinde ik eerst € 200 in coupures van € 10 en € 20 om het de handelaren makkelijker te maken om te wisselen. Daarmee moest ik het doen.
Van het plan om Privé Domein en Russische Bibliotheek te gaan kopen kwam niets terecht.  Het eerste werd erg weinig aangeboden en dan nog in slechte kwaliteit (of ik had het al). Het tweede heb ik van afgezien omdat ik niet weet welke delen uit de veiling nog naar me toekomen. Hier is de oogst:



Ik ben heel tevreden over mijn aankopen:
  • de eerste druk in het Nederlands van het verslag dat Howard Carter schreef over zijn ontdekking van het graf van Tut-Anch-Amon (uit 1924, heel fraai uitgeven in 2 delen en in perfecte staat). Behoorlijk zeldzaam tegenwoordig en voor een spotprijs gekocht
  • een goed gemaakt pop-up boek over architectuur (voor de pop-up boekenverzameling)
  • twee in perfecte staat zijnde PD's voor een goede prijs
  • vier Rainbowpockets ten behoeve van de verzameling. Ongelooflijk dat veel handelaren er € 3-5 per stuk voor durven te vragen; ik had deze voor € 1,50 tot € 2,50, wat een normale prijs is (of zou moeten zijn)
  • een vanwege de foto's en kleurenlitho's zeer fraai maritiem boek uit 1914 (rechtsonder op de foto)
  • een map met 30 zwart/wit reproducties van Henri Matisse (Parijs, 19..?)
  • niet afgebeeld, maar wel bijzonder: Justus Perthes' Atlas Antiquus, ca. 1897, 10x17,5 cm, mooie lithografie.
Na drie uur boekenmarkt snakte ik naar koelte en ben ik 'm gepeerd. De fietstocht naar huis (wind door mijn haar) duurde nog nooit zo kort.

zaterdag 5 juni 2010

Voorbereiding op een boekenmarkt

Morgen is er weer de jaarlijkse Zwolse Boekenmarkt.
Ik heb mijn eerdere blogs hierover nog eens op een rijtje gezet:

  • 2006 (Paula heeft een verrassing voor me...)
  • 2007 (de tweede keer -- 13 boeken)
  • 2008 (Rainbowpockets kopen + een hilarische ontmoeting met Martin Ros over de schunnige werken van L.P. Boon -- 43 boeken)
  • 2009 (op jacht naar Privé Domein -- 16 boeken)
Deze keer ga ik net als in 2008 en 2009 voorbereid op pad. Dat vergt echter wel enig voorwerk want ik weet uit mijn hoofd natuurlijk niet precies wat ik allemaal bezit. Vooral bij de uitgeversreeksen die ik verzamel is dat moeilijk te onthouden, zoals Rainbowpockets en Privé-Domein.

Vandaag draai ik vanuit mijn boeken-database dus overzichten uit van wat ik heb, zodat ik morgen (hopelijk) geen dubbele exemplaren zal kopen. Ook de enige complete* uitdraai die ik op papier heb (zie het boek op de foto) gaat morgen mee.


* Compleet is dit boek echter niet, het is bijgewerkt tot juli 2008 en mist circa 500 recente aankopen. Hopelijk zitten die nog in mijn RAM-geheugen...

De Russische Bibliotheek
Tussen mijn 18e en 25ste jaar las ik veel Russische auteurs. Af en toe kocht ik een deeltje uit de Russische Bibliotheek van G.A. van Oorschot. Ze kostten destijds tussen de 55 en 60 gulden, voor mij een enorm bedrag toen, vergelijkbaar met een week levensonderhoud. Door geldgebrek heb ik veel delen naar De Slegte moeten brengen -- iets waar ik nu nog spijt van heb!
Om mijn verlies van toen goed te maken kocht ik vorige maand op de veiling van de bibliotheek van Kees Fens 23 delen uit de Russische Bibliotheek. Helaas heb ik ze nog niet ontvangen, want ze zijn een beetje traag bij het veilinghuis en zo weet ik van 6 delen ook nog niet om welke titel het gaat, maar niettemin is mijn doel dit jaar om méér delen uit die reeks te kopen.

Ik ben er helemaal klaar voor. Morgenmiddag gaat het onweren en regenen maar ik vertrouw er op dat dit pas gebeurt nádat ik mijn slag heb geslagen. Dan kan ik vervolgens met kletterende regen tegen de ruiten (héél melancholisch Russisch) morgenmiddag al verslag doen van mijn wederwaardigheden op de Zwolse Boekenmarkt 2010.

woensdag 2 juni 2010

In het Noorden

Pampusplaat. Nieuwe Ruigezandsterpolder. Ballastplaat. De Rug. Robbengat. Dat zijn een paar namen van plekken hier. Stug, zwaar, moeizaam: het klinkt in deze namen door. Dit móet wel het Einde van Nederland zijn, noordelijker gaat haast niet.
Na drie uur bus, trein, weer een bus en een half uur lopen ben ik maandagmiddag aangekomen in Lauwersoog. Vanuit hier gaat alleen nog een veerboot naar Schiermonnikoog en dat is het dan. Ik heb voor vijf dagen domicilie gekozen in een alleraardigst aangelegd bungalowpark. Mijn huisje is van alle gemakken voorzien. Ik kan kiezen uit vier bedden om in te slapen, acht stoelen plus een bank om op te zitten en dertig TV-kanalen om naar te kijken.

Ik heb vijf boeken meegenomen en een vol hoofd. Veel te vol. De afgelopen maanden was het werken, werken en nog eens werken. Ik ben tot het gaatje gegaan, zoals dat (zo lelijk) heet, tot op de rand van overspannen, burn-out. Van bloggen is het de laatste maanden dan ook niet vaak gekomen. Nu zit ik in mijn herstelprogramma. En het werkt al!

Een paar uur na aankomst is de hectiek vergeten, verder weg dan het ooit de afgelopen 21 maanden geweest is. Op het terras achter mijn huisje, bij een strakblauwe hemel en vol in de zon -- ik had mijn shirtje vanwege de warmte maar uitgetrokken -- zat ik te lezen in Wachtwoord, de nieuwste thriller van Charles den Tex, toen ik opeens een zacht KWAK hoorde. Ik keek in de richting van het geluid en zag een PA & Ma Duck op nauwelijks één meter van mijn stoel. Pa was bezig om met zijn snavel tegen de ruit van de terrasdeur te tikken, hij zag zijn spiegelbeeld kennelijk voor een andere woerd aan (zo zijn mannetjes) en Ma Duck was zich aan het poetsen (zo zijn vrouwtjes). Ze leken zich totaal niet belemmerd te voelen door mijn aanwezigheid. Na een minuut of tien wandelden ze een paar meter verder op een manier zoals alleen eenden kunnen: waggelend maar toch zeker. Ik sloop naar binnen, pakte mijn camera en nam mijn zonovergoten positie weer in. Familie Duck kwam gewoon weer terug gewandeld om een positie voor de lens in te nemen.


Het spannende boek van Charles den Tex lag omgekeerd op tafel. De zon brandde op mijn rug. Niks ‘Ballastplaat’ of ‘Robbengat’. Ik ben thuis.

In Duckstad.

woensdag 12 mei 2010

De een z'n dood....

Hoewel de titel van deze blog misschien een beetje wrang is, gelet op het feit dat vandaag in Tripoli mogelijk 61 Nederlanders om het leven kwamen bij een verschrikkelijk vliegtuigongeluk, wil ik het over de dood van twee anderen hebben.

Kees Fens, literair criticus bij de Volkskrant, overleed een kleine twee jaar geleden. Op 18-21 mei komt bij veilinghuis Bubb Kuyper zijn boekenbezit onder de hamer (samen met de boeken van een aantal andere overleden verzamelaars).
Ik heb aardig wat 'lots' geselecteerd om op te bieden (in totaal zo'n honderd boeken) en zojuist mijn biedingen aan het veilinghuis doorgegeven. Ik ga natuurlijk niet zeggen waarom het gaat, maar ik heb goede hoop dat ik succesvol zal zijn!

Een andere recent overleden boekenverzamelaar is Michaël Zeeman. Zijn bezit is gisteren en vandaag geveild bij Burgermans en Niermans in Leiden.
Michaël Zeeman, ik heb eerder over hem (kritisch) geschreven in mijn blog, bezat in zijn huis in Rome maar liefst 40.000 boeken. Dat is 8 keer zoveel als ik heb en 2,5 keer zo weinig als Boudewijn Büch had. [Om een indruk te geven: voor de huisvesting van 40.000 boeken heb je, als je alles in boekenkasten plaatst, circa vijftien tot twintig standaard Nederlandse slaapkamers nodig!]

In de eerste veiling kwam Zeeman's non-fictie bezit aan bod. Ik heb hierin echter helemaal niets kunnen vinden waar mijn interesse naar uit zou kunnen gaan. Het wachten is dus op de volgende veiling, waarin de fictie aan bod komt.

We zullen zien of er boeken van Kees Fens (en eventueel later ook Zeeman) naar mijn bibliotheek zullen toevloeien.

Inmiddels zijn al mijn kasten echt mééga-vol. Ik zoek naar oplossingen: moet mijn slaapkamer er aan geloven? Moet ik boeken gaan stapelen op de vloer?
Michaël Zeeman kon alleen nog bij zijn bureau komen via smalle kronkelpaadjes tussen zijn op de vloer opgestapelde boeken door (zijn necrologie op de website van het NRC spreekt hierover boekdelen!).

Ik wil niet leven als MZ, hoezeer boeken ook mijn leven beheersen. Ik wil namelijk ook gewoon een vrouw kunnen ontvangen mijn huis zonder dat zij over stapels boeken struikelt.

De een zijn dood....

woensdag 5 mei 2010

Boeken over boeken

Ik was de laatste maand enorm druk met mijn werk. Wanneer ik dan thuis kwam, na een dag van 14 uur, was ik meestal zó uitgeput en leeg dat ik niet meer aan nieuwe woorden toe kwam. Dat verklaart deze lange blogstilte.
Deze zeldzame (want eens in de 5 jaar) vrije bevrijdingsdag grijp ik aan om wat te schrijven....

... want ik schaf nog steeds boeken aan en lees -- vooral in de trein. Vier recent gekochte en gelezen titels over de liefhebberij voor boeken kan ik jullie van harte aanbevelen.

Een Amerikaans schrijvers-echtpaar, Lawrence en Nancy Goldstone, besluit op een gegeven moment om maar eens boeken te gaan verzamelen. Hun hilarische en leerzame eerste stappen op boekenaankoopgebied staan in hun in 1997 verschenen boek Used and Rare: Travels in the Book World opgetekend. Het leest als een tiet en is voor mij zeer herkenbaar. Bij voorbeeld je eerste domme vragen aan een door de wol geverfde antiquaar. De eerste keer dat je een boek koopt van zeg meer dan $ 50. En dan een voor $ 100. En wat je je aanvankelijk niet kon voorstellen dat je het ooit zou doen: een boek van een paar honderd! Enfin.... heel herkenbaar.

Dan twee bladerboeken om bij te watertanden, allebei boordevol foto's van interieurs waarin boeken een hoofdrol spelen.

Decorating with books. Prachtige foto's en tips over waar en hóe je (nog meer) boeken in je huis kan onderbrengen zodat het ook nog een plezier is om naar te kijken.Van slaapkamer tot toilet, van trappenhuis tot --ow gruwel -- keuken! Ik bestelde het bij amazon.co.uk en betaalde niet meer dan € 21,06 incl. verzendkosten voor dit gebonden boek.

Het andere boek heet Books do furnish a room en vind ik net iets fraaier dan de vorige, vooral omdat de interieurfoto's meer spectaculaire verzamelingen laten zien. Eveneens gebonden en met stofomslag en bij voornoemde website (link naar het het boek) voor slechts € 20,39 bij mij thuis bezorgd.
Ik jat één foto uit  dit boek om je een indruk te geven:



Tot slot over naar 'Holland'. Een 100% Nederlands boek is Geschiedenis van de Nederlandse bibliofilie: Boek- en Prentverzamelaars 1750-2010 van Piet J. Buijnsters. Deze tot de éminence grise behorende kenner van het antiquarische boek schreef eerder de Geschiedenis van het Nederlandse antiquariaat.
Dit fraai uitgegeven boek van 511 pagina's is echt een must have voor verzamelaars. De uitgever is Vantilt in Nijmegen (die trouwens grossiert in mooie boeken voor boekenliefhebbers).
Ik moet wel zeggen dat ik af en toe onaangename jeuk krijg van Piet J's geschrijf. Hij verkeert kennelijk gaarne in de wereld van akelig veel verdienende ex-industriëlen / ex-bankiers / ex-artsen en andere heren die met een gouden lepel in hun bek geboren zijn. Het aardappel-in-de-keel gehalte is duidelijk aanwezig. Wat niettemin beklijft is een uiterst waardevol boek, mede dankzij het uitstekende register, de noten en de bibliografie.
De hoofdstukjes waarvan ik het meest genoten heb waren die over de verzamelaars Ayolt Brongers, Arnold Heertje en Boudewijn Büch. Advies: kopen!

Mijn bevrijdingsdag van 2010 was deze bijdrage: bevrijd van de angst niet meer te kunnen schrijven over wat me bezig houdt na een stilte van 4 weken.
Bevrijdende Zucht!

zaterdag 10 april 2010

Smolensk

Weinig Nederlanders zullen tot vandaag hebben gehoord van de Russische stad Smolensk. Tot vanochtend het vliegtuig neerstortte met daarin de Poolse president Lech Kaczynski en een groot aantal andere leden van de Poolse elite. Een heel treurige gebeurtenis die nog lang zal doorwerken in de toekomstige geschiedenis van Polen.

Wat heeft dit met deze boekenblog te maken?

Ik bezit een boekje over Smolensk, een reisgids. Uitgegeven door de propaganda-uitgeverij Progress in 1982 toen deze stad nog tot de Sovjet-Unie behoorde.


Ik verzamelde alle stedengidsen van de USSR die ik kon krijgen, wat niet zo moeilijk was want ze werden door De Slegte aangeboden. Sommige delen hadden achterin zelfs een losse kaart, zoals ook het deel Smolensk (foto boven). Op zaterdag 7 juni 1986 kocht ik het voor fl. 4,95. Begin jaren tachtig was ik nog overtuigd, zij het 'kritisch', communist en kocht en las me suf over de Sovjet-Unie. Ik deed zelfs een cursus  Russisch bij de LOI. (Ik kan het nog steeds een beetje lezen, wat best handig is.)

Er zijn nog 197 boeken over dit onderwerp in mijn bezit (een deel verkocht ik eerder via Boekwinkeltjes.nl). Veel boeken zou ik alsnog zonder problemen weg kunnen doen. Op sommige boeken na dan zoals het verzameld werk van Lenin en de reisgidsen -- want die laatste waren voor die tijd moderne uitgaven. Plus de propaganda: die behoud ik omdat het historisch interessant materiaal is en intussen de status van zeldzaamheid heeft bereikt, aangezien veel van deze uitgaven na de omwenteling zijn vernietigd/weggegooid.

Terug naar de ramp van vandaag. Die zal in de nabije toekomst worden opgenomen in alle boeken over vliegtuigrampen. Er zullen ook boeken geschreven worden over alleen déze ramp. Op Discovery Channel komen reconstructie-documentaires. Er zullen complottheorieën ontstaan [dat is vast al aan de gang] en ook dáárover zullen boeken verschijnen -- waarschijnlijk geschreven door zielige chaoten van het type: man, alleenstaand, 40-50 jaar oud en lijdend aan een ernstige vorm van obesitas vanwege alle uren die zij aan de computer hebben doorgebracht met Coca Cola, pizza's en chips als troost....

Maar schrijver dezes (man, alleenstaand, leeftijd 40-50 jaar en in tegenstelling tot het complottheorie-type slank en een Cola-hater) zal een close eye houden op al die toekomstige boeken en u daarvan dapper op de hoogte houden. Voor zover het iemand interesseert natuurlijk.....