zaterdag 26 mei 2007

De nalatenschap van Harry G.M. Prick

Afgelopen week werd bij Bubb Kuyper Veilingen in Haarlem onder andere een deel van de nalatenschap van Harry G.M. Prick geveild. Prick was in de jaren '70 de literaire mentor van Boudewijn Büch. Ik schreef op 17 september vorig jaar een in memoriam over deze fantastische man onder de titel Over literaire reuzen en maagden. Voor mij bijzonder interessant was een 200-tal kavels die betrekking hadden op Büch. Ik heb op 11 kavels geboden en vanmorgen hoorde ik dat ik er 5 van verworven heb. Daarbij bevindt zich het allereerste 'ding' wat je van of over Boudewijn kunt bezitten (even afgezien van het zaad van de conceptie dan) . Tot ik dat 'ding' ontvangen heb -- het wordt aan me opgestuurd -- laat ik het hierbij, in het schuldbesef dat ik al zo lang hier niks heb geschreven.

zaterdag 5 mei 2007

Hoe een tropische storm tot een nieuwe verzameling leidt

Nu Nederland bijna aan het einde van de eerste zomerse periode is gekomen, die al in april begon, moet ik terug denken aan de eerste keer dat ik een tropische storm heb mee gemaakt.
Dat was in 1997 toen ik, in augustus, twee weken op het Caribische eiland Barbados heb doorgebracht. Mijn verwachtingen over dit Bounty-eiland waren hoog gespannen en bitter was de teleurstelling toen de dag na aankomst er een tropische storm naderde die het eiland bijna drie dagen in zijn greep hield. Het begon met ERG veel regen, toen VEEL regen en HEEL veel wind, waarbij de palmbomen krom bogen en het water van de opgestuwde zee vermengde met de regen uit de hemel, en het eindigde met nog een flinke plens regen.


Ik was dus tot mijn hotel-apartement veroordeeld en maakte van de nood een deugd. Behalve zo nu en dan naar buiten kijken en genieten van de storm las ik in die paar dagen alle boeken die ik bij me had. Voor de eerste keer in mijn leven las ik een boek van John Irving: De wereld volgens Garp, en ik vond het (en vind nog steeds) echt een fantastisch goed boek. De andere boeken herinner ik niet meer.

Toen de boeken op waren begon ik aan de telefoongids annex Gouden Gids van Barbados (279.000 inwoners). Vuistdik, want ook er stond ook een Yellow Pages sectie in van eilanden als Antigua & Barbuda, Martinique, Montserrat [hier was net de vulkaan weer uitgebarsten; mijn vliegtuig moest een stuk omvliegen omdat er zoveel rook in de atmosfeer hing dat de normale aanvliegroute te gevaarlijk was geworden], Puerto Rico, en Trinidad & Tobago, waarover het in mijn vorige blog ging -- om er enkele te noemen.
Op pagina 39 vond ik iets wat enorm tot mijn verbeelding sprak: een Hurricane Plotting Chart. Dit betrof een kaart van het hele caraïbische gebied, voorzien van instructies: "Luister naar de radio, noteer de plaats waar de storm zich bevindt, trek lijntjes tussen de punten" en wees aldus voorbereid wanneer de storm of orkaan over jouw eiland trekt of niet.


De kleine tropische storm die ik meemaakte, maar die ik als onervaren polderjongen nogal indrukwekkend vond (tegenwoordig zegt men: heftig) leidde wel tot vernielingen op het eiland, getuige deze voorpagina van de Daily Nation, de krant van Barbados. Ik vond het telefoonboek zo interessant dat, toen toevalligerwijs er net in de periode dat ik er was, een nieuwe editie verscheen en de oude exemplaren uit de kamers werden gehaald, ik er een heb meegejat en in mijn koffer mee terug naar Nederland heb gezeuld.
Het telefoonboek van Barbados is nog altijd in mijn bezit.
In augustus 2006 werden mij door 'een bekende verzamelaar van Büchiana' twee telefoonboekjes aangeboden die eerder toe hadden behoord aan Boudewijn Büch, die, zoals bekend, een fervent liefhebber was van dit soort trivia. Het betrof een telefoonboek van Noordalaska en de Aleoeten (die laatste is een eilandengroep) en Norfolk Island. Sindsdien ben ik een verzamelaar van telefoonboeken van eilanden. Ik kan zeggen dat dit verzamelgebied buitengewoon moeilijk is. In de 9 maanden dat ik nu aan het zoeken ben heb ik er slechts één daadwerkelijk kunnen vinden en aanschaffen; het telefoonboek van het eiland Guam. En het is prachtig, en wederom voorzien van een stormkaart.

Rest mij nog te vertellen dat het in '97 op Barbados helemaal goed gekomen is. Niet alleen was het weer verder zoals je van een tropisch eiland mag verwachten, ook maakte ik -- destijds vrijgezel zijnde -- mee dat een fraaie blonde vrouw nogal opvallend naar mij lag te kijken bij het zwembad. We raakten in gesprek en ze bleek een kinderarts te zijn die van St. Petersburg naar Stcokholm was geëmigreerd en wel zin had in een verzetje op Barbados. In de jacuzzi streelden we elkaar op plekken die normaal niet in een jacuzzi verkend worden.
Later die avond hoorde ik een klop op de deur en daar stond ze: bij de receptie had ze kennelijk mijn kamernummer uitgevist. Ze legde een betekenisvolle vinger op haar lippen -- sssttt! -- duwde me de gang in en drukte me op het king size bed. Aangezien ik toch niks meer te lezen had liet ik het allemaal maar gaan en de volgende drie dagen -- de laatste van mijn vakantie -- gebeurden dingen die, wanneer je ze in een boek van John Irving leest, als onwaarschijnlijk overkomen maar wanneer je ze eenmaal zelf meemaakt weet je: het leven is literatuur en literatuur is leven. Geen boeken meer nodig. Hooguit het telefoonboek van Stockholm...