maandag 26 juni 2006

Boekenkastvulling

Over het algemeen heb ik weinig moeite om mijn boekenkasten te vullen; ik vul ze namelijk met boeken. Maar omdat ik probeer rekening te houden met toekomstige uitbreidingen en alles bij mij thematisch is georganiseerd, heb ik hier en daar kleine openingen gemaakt. Door enkele boeken naar achteren te schuiven of een plekje dat vacant is leeg te houden, ontstaat er een soort mini-altaartje waar je iets in kan zetten. Ik noem ze mijn boeken-nisjes. Plekjes die iets verraden over de eigenaar van de kast (naast het feit dat elke boekenkast al een spiegel is van de ziel van de boekenbezitter, natuurlijk).
Ik ken een zeergeleerde fotograaf wiens boeken nauwelijks nog zichtbaar zijn omdat hij overal foto's en ansichtkaarten voor heeft geplaatst. Mij is dat een gruwel, omdat het simpelweg uit de kast halen van een boek hierdoor een gevecht van behendige vingers tegen de zwaartekracht wordt. En die laatste kracht wint, altijd.

De Griekse god Atlas -- zoon van Oceanus -- werd voor zijn steun aan de Titanenstrijd tegen Zeus veroordeeld tot het op zijn schouders dragen van de aarde. Ik kocht bovenstaand beeldje met het oog op plaatsing in mijn atlassenkast, maar die kast moet nog gebouwd bouwen. :-( Intussen torst hij hier de aarde naast enkele boeken van Goethe & Warhol -- in een kast waar alles van Büch afkomstig is.

Een andere opvulling is te vinden bij het einde van de literatuurkast. Van W(ilde) naar Z(ürn) en toen tot het eind van de kastplank, bleef een klein stukje over. Gelukkig had ik nog een wereldbolletje-boekensteun over. Te klein en te gering van gewicht om als steun te dienen, maar precies breed genoeg om het restje plank op te vullen en daardoor de boeken ter linkerzijde te behoeden voor schuinvallen. Zo bezien doet deze globe eigenlijk iets waartoe Atlas veroordeeld werd!

Het laatste voorbeeld is een plankvulling met het oog op uitbreiding. Mijn James Cook-collectie zal never-nooit-niet iets voorstellen, maar ik houd er wel van. Ik wilde Cook eren met een beeld. Daarom heb ik in Engeland een bronzen buste kunnen kopen van een kusntenaar uit Whitby (de haven waar Cook zijn loopbaan begon) en deze buste vult nu de duisternis die veroorzaakt wordt door het verlangen naar nieuwe Cook-boeken.


Het zal vast weer eens veranderen, maar voorlopig is dit mijn boekenkast-lievelingsplekje. En ik kan het niet laten om iedere keer als ik voor deze kast sta, het beeld op mijn handen te wegen en te denken aan enkele van de eilanden die Cook bezocht heeft: Norfolk, Vanuatu, Hawaii, Tahiti...
De droom gaat door...

post scriptum: kijk ook eens op Foto's van Boekenkasten.

donderdag 15 juni 2006

De man die uit de hemel viel

Sommige ongelooflijke nare dingen lees je alleen in boeken, of je ziet ze in een film. Het grijpt je aan, sleept je mee, maar uiteindelijk sla je het boek dicht, zet de TV uit en gaat slapen in het besef dat het maar fictie is.

Kleine uitleg: mijn winkelbedrijf is op de begane grond. Daarboven zitten twee verdiepingen waarvan de kamers verhuurd worden aan studentes. Ik ben alleen eigenaar van de begane grond. De wetgeving bepaalt dat er brandtrappen/nooduitgangen moeten zijn en die zijn dan ook vorig jaar aangebracht. Boven ons plaatsje achter de winkel (waar de rokers zitten te roken of waar we genieten van de zon) zit een constructie van een brandtrap met uitstapplateaus. We wisten niet dat op het bovenste niveau vandaag iemand aan het werk was om het raam zodanig aan te passen dat het uitstapplateau op de derde verdieping gemakkelijker te bereiken zou zijn. Om half twaalf stond ik met twee personeelsleden in de achterruimte van de winkel die uitkijkt op het plaatsje. De plaats wordt aan de achterzijde begrensd door een grote schuur. Plotseling hoorden we een schreeuw en lawaai; ik keek naar buiten en zag een man op de rand van de schuur stuiteren en vervolgens op de stenen plaats neerploffen. (Op dat moment wist ik niet wat er gebeurde maar voor de duidelijkheid van het verhaal: het uitstapplateau waarop hij stond te werken brak van de gevel af, hij viel, kwam op de rand van de schuur, waardoor een stukje van het dak afbrak alsmede de dakgoot en plofte vervolgens ruggelings voor onze voeten neer.)

Op dat moment werd alles een film. Een paar mensen stormden naar buiten. Iemand belde 112. Een van mijn medewerksters boog zich over de man en begon te vragen hoe hij heette, of hij wist waar was. De man lag met zijn ogen te rollen en kreunde van de pijn. Hij was nog net bij kennis, maar lag in een idiote houding tegen de schuur aan. Er kwamen geen antwoorden, alleen gekreun. Binnen drie minuten was er een ambulance en 8 politie-mensen. De hele winkel was er vol van. Door de ambulance die voor de winkel stond en de politiewagens werd het verkeer in de de straat gehinderd. Twee agenten probeerden daarom het verkeer te regelen. Drie mensen van de ambulance begonnen de man te onderzoeken en te stabiliseren. Er was sprake van totale verbijstering.

De man die uit de hemel viel was een stevige kerel van een jaar of 40, met een kaal hoofd. Ik moest onmiddellijk denken aan de beelden van de neergeschoten Pim Fortuijn en inwendig bad ik: ooh, God, laat deze man niet voor mijn voeten sterven.

Na drie kwartier was de man stabiel genoeg om vervoerd te worden en werd hij met de ambulance naar het UMC gebracht. Poltiemannen en- vrouwen gingen in en uit, belden met de arbeidsinpectie, de eigenaar van de bovenwoning enzovoort. En ondertussen probeerden we met zijn vieren ook nog de winkel draaiende te houden.

Toen gebeurde er iets dat me eigenlijk nog het meest schokte. De doorgang in de straat was beperkt door een ambulance en politie. Er stond een rij van pakweg 10 auto's. De politie besloot dat deze auto's achteruit moesten rijden om de weg vrij te maken. Op dat moment kwam er uit tegengestelde richting een begrafenisstoet aan bestaande uit een lijkwagen en 6 volgauto's. (Sommige dingen klinken ongeloofwaardig als je ze in een boek zou zetten, en ondertussen gebeuren ze vooor mijn ogen.)
Uit de voorste auto van de wachtende rij stapte een vrouw van een jaar of 40 (type zelfstandig, zal ik maar zeggen) die vond dat ze er gewoon recht op had om door te rijden. Ze begon te schreeuwen tegen de politie, terwijl ze zag dat haar weg versperd werd door politie-auto's, een ambulance en een rouwstoet. Maar nee, ze moest en zóu doorrijden. Wat een ongelooflijk kutwijf! Zo iemand zou je toch met haar hoofd tegen een muur willen slaan? Achterin de rij auto's stapte ook nog een opgewonden standje uit. Een man die zijn kinderen beslist om 12 uur precies van school moest halen en niet bereid was om een paar metertjes terug te rijden om de weg vrij te houden voor de hulpdiensten en de rouwstoet en daardoor drie minuutjes later bij zijn kindertjes aan te komen.

Dat vind ik zó schokkend, dat mensen in Nederland zó alleen maar bezig zijn met zichzelf en hun eigen behoefte-bevrediging dat ze geen oog meer hebben voor de werkelijkheid. Dit soort mensen wens ik persoonlijk een spoedige en vooral pijnlijke dood toe. Later sprak ik met een agent die me vertelde dat dit voor hem ook het moeilijkste aspect was: opgewonden onredelijke mensen. En dat de situatie sinds "9/11" erg verhard is.

Ik rond het verhaal af. Binnen een uur na het gebeuren kwam er een erg aardige medewerkster van Slachtofferhulp naar de zaak. Er is namelijk een speciaal project om medewerkers van een winkel die getroffen wordt door een traumatische ervaring bij te staan. Ik vond dat heel positief. Ze raadde onder meer aan om er zoveel mogelijk over te praten. Dat doe ik dus bij deze op dit boekenblogje.

Ik voel me triest, de man die uit de hemel viel heeft het gered. We kregen later vandaag het bericht dat hij het wonderlijk wel heeft overleefd met alleen een uit de kom geschoten heup. Maar dat takkewijf dat niet snel genoeg kon doorrijden vormt het bewijs dat wij allen leven in een doorgedraaide samenleving waarin alles gericht is op eigen bevrediging. Triest, erg triest.

dinsdag 6 juni 2006

De Zwolse Boekenmarkt

Afgelopen zondagochtend -- ik was bij P., in Zwolle -- kreeg ik te horen dat we ergens heen zouden gaan, maar dat ik niet mocht weten waarheen. Het moest een verrassing blijven. Het enige dat ik uit haar kreeg, was dat het (1) in Zwolle was en (2) dat ik geen speciale voorbereidingen behoefde te treffen en (3) dat er geen familieleden of andere mensen bij betrokken waren. Dat laatste stelde me definitief gerust.
Zo kwam ik om twaalf uur geheel onverwacht op de Zwolse boekenmarkt terecht -- een evenement waarvan ik helemaal niet op de hoogte was. Nu moet je weten dat mijn vriendin P. absoluut geen boekenliefhebster is; haar opoffering om tweeënhalf uur naast mij langs boekenstalletjes te sjouwen mag wel een pluim verdienen!

De Zwolse boekenmarkt, die ieder jaar plaats vindt, heeft een grote kwaliteit; dat kan ik u, boekenliefhebbers, zeker meedelen. Veel standhouders kende ik al van de markten in Deventer (die een ramp is overigens) en van Dordrecht -- die in mijn opinie de beste is. Maar als gezegd: de kwaliteit van de aangeboden boeken was hoog. Ik kwam, ondanks de koude, met een setje leuke boeken thuis:
  • een schelpen-handboek dat we meteen konden gebruiken gezien onze op het eiland La Graciosa verzamelde schelpen (zie foto) wel konden gebruiken (7,95)

  • Battus: De encyclopedie (1,50)
  • Alan Moorehead: Darwin en de Beagle (10,00)
  • Maarten Troost: Het sexleven van de kannibalen (over leven op Tarawa, een eiland van Kiribati) -- heerlijk boek, al bijna uitgelezen (12,95)
  • Denoon (et al): A History Of Australia, New Zealand, And The Pacific (10,00)
Maar de mooiste aanschaf was de prachtuitgave Napoléon door G. Lacour-Gayet uit 1921. Dit prachtige zware boekwerk uit 1921 [23 x 30 x 5 cm, 2 kilo] bevat namelijk tientallen schitterende kleurenlitho's. Plus tientallen andere illustraties. De prijs was slechts 50 euro, waarop ik, hebberig én gierig als ik opeens was, met succes 5 euro heb afgedingd.
Een zeer fraaie aanvulling op mijn piepkleine (ca. 40 boeken tellende) Napoleon-verzameling. Ik ben er buitengewoon mee in mijn nopjes en kan niet anders zeggen dan: volgend jaar opnieuw naar de Zwolse Boekenmarkt!


Met dank aan P.