woensdag 2 juni 2010

In het Noorden

Pampusplaat. Nieuwe Ruigezandsterpolder. Ballastplaat. De Rug. Robbengat. Dat zijn een paar namen van plekken hier. Stug, zwaar, moeizaam: het klinkt in deze namen door. Dit móet wel het Einde van Nederland zijn, noordelijker gaat haast niet.
Na drie uur bus, trein, weer een bus en een half uur lopen ben ik maandagmiddag aangekomen in Lauwersoog. Vanuit hier gaat alleen nog een veerboot naar Schiermonnikoog en dat is het dan. Ik heb voor vijf dagen domicilie gekozen in een alleraardigst aangelegd bungalowpark. Mijn huisje is van alle gemakken voorzien. Ik kan kiezen uit vier bedden om in te slapen, acht stoelen plus een bank om op te zitten en dertig TV-kanalen om naar te kijken.

Ik heb vijf boeken meegenomen en een vol hoofd. Veel te vol. De afgelopen maanden was het werken, werken en nog eens werken. Ik ben tot het gaatje gegaan, zoals dat (zo lelijk) heet, tot op de rand van overspannen, burn-out. Van bloggen is het de laatste maanden dan ook niet vaak gekomen. Nu zit ik in mijn herstelprogramma. En het werkt al!

Een paar uur na aankomst is de hectiek vergeten, verder weg dan het ooit de afgelopen 21 maanden geweest is. Op het terras achter mijn huisje, bij een strakblauwe hemel en vol in de zon -- ik had mijn shirtje vanwege de warmte maar uitgetrokken -- zat ik te lezen in Wachtwoord, de nieuwste thriller van Charles den Tex, toen ik opeens een zacht KWAK hoorde. Ik keek in de richting van het geluid en zag een PA & Ma Duck op nauwelijks één meter van mijn stoel. Pa was bezig om met zijn snavel tegen de ruit van de terrasdeur te tikken, hij zag zijn spiegelbeeld kennelijk voor een andere woerd aan (zo zijn mannetjes) en Ma Duck was zich aan het poetsen (zo zijn vrouwtjes). Ze leken zich totaal niet belemmerd te voelen door mijn aanwezigheid. Na een minuut of tien wandelden ze een paar meter verder op een manier zoals alleen eenden kunnen: waggelend maar toch zeker. Ik sloop naar binnen, pakte mijn camera en nam mijn zonovergoten positie weer in. Familie Duck kwam gewoon weer terug gewandeld om een positie voor de lens in te nemen.


Het spannende boek van Charles den Tex lag omgekeerd op tafel. De zon brandde op mijn rug. Niks ‘Ballastplaat’ of ‘Robbengat’. Ik ben thuis.

In Duckstad.

Geen opmerkingen: