dinsdag 7 april 2009

De bushaltepoes

Vier keer in de week sta ik 's morgens rond 06:37 bij de bushalte Fioringras in Zwolle te wachten op de bus van 06:43. Daarbij krijg ik altijd gezelschap van enkele andere medereizigers die eveneens het ongelukkige lot hebben getroffen om zo vroeg in de morgen van huis te moeten gaan.
De laatste tijd werd dit kluitje mensen vaak verrast door de aanwezigheid van een zwart/witte poes. Die kwam dan langs de benen van de wachtenden strijken, her en der kopjes gevend. En wanneer ik dan op het bankje zat kwam hij weleens bijna op schoot: zijn pootjes krabbelden tegen de bovenkant van het stalen bankje en bushaltepoes leek te overwegen: zal ik wel of niet op de schoot van dat onbekende baasje springen? Ik moedigde hem natuurlijk aan het te doen, maar meestal deed hij het niet. Aaitjes over zijn kopje waren mijn dank voor zijn ochtendliefde.

Toen ik vanmorgen bij de halte aan kwam lopen zag ik hem liggen, languit op zijn rechterzij. Dat hij het was wist ik meteen. Even dacht ik: gekke plek om te gaan liggen, hij hoort om de halte heen te struinen, maar in dezelfde seconde wist ik het al -- hij is dood. Voorzichtig naderde ik hem. Gek trouwens dat er nog helemaal geen andere reizigers waren. De kat bewoog inderdaad nog steeds niet. Ik keek naar zijn koppie: geen beschadiging te zien, niet aan zijn kop, ook niet aan zijn flanken. Hij lag daar gewoon, op zijn zij, een beetje in een foetushouding. Wat er om ging in mijn eigen kop is moeilijk te zeggen. Vragen waren het, denk ik, veel vragen.

Nog enkele minuten en de bus zou komen. Ik keek vanuit mijn veilige bushokje naar de poes die onlangs nog blaakte van levenslust en nu levenloos op de koude harde stoep lag, een doodordinair trottoir in een vinexwijk. Er moest iets. Ik belde met mijn mobiele telefoon de dierenambulance om het dode dier te melden en een zeer slaperige stem aan de andere kant van de lijn beloofde de poes te komen ophalen.
Maar zó kon het niet, niet hier op deze stoep.

Ik zette mijn tas neer en ging naar hem toe. Voorzichtig schoof ik mijn handen onder het lijfje. Hij voelde koel aan maar vooral slap: het lichaam boog door onder mijn handen. Dit verbaasde mij. De rigor mortis was dus nog niet ingetreden, wat moest betekenen dat de poes nog maar zeer kort dood was. Ik dacht: ik kan jou toch niet hier op de stenen laten liggen, zo vlak langs de rand van de weg? Zachtjes legde ik het beestje in het gras, terwijl ik opkomende tranen tegenhield. Zo was het beter. Lief dier.

Er kwamen geen medereizigers bij vanochtend, wat een unicum is -- normaal is dit een heel drukke instaphalte.
Is het feit dat ik de enige reiziger was vanmorgen, zo vraag ik me af, omdat het lot heeft gewild dat er rondom het overlijden van de bushaltepoes vooral geen gedoe en geen beschamende blikken zou moeten zijn? Bij voorbeeld door mensen die iets zouden constateren zonder iets te doen? Zoals om een dode kat heenlopen en dan de weg te vervolgen? Ik weet het niet.

Er lag een grijze waas over mijn dag vandaag. En ik, sentimentele ouwe gek als ik ben, zit te huilen om een dode poes. Maar ik hoop dat hij (zij?) nu in de kattenhemel zit en me tevreden toeknikt: ja, dat gras lag toch wel lekkerder dan die stoeptegels, bedankt!

---------------------------------------------------


Postscriptum: deze foto heb ik vanavond om zes uur gemaakt toen ik bij dezelfde halte weer uitstapte.
De poes was natuurlijk weg. Met een rood potloodje heb ik in deze foto de plek aangeduid waar de bushaltepoes lag. Eén meter naar rechts heb ik hem in het zachte gras gelegd.



4 opmerkingen:

Robert Koopman zei

Een pracht verhaal.

Anoniem zei

Geen verhaal,een verhaal is fictie!!Mooie daad,er zijn dan toch nog mensen met een warm hart.

Gerda zei

Wat een mooi verhaal. Het eerste wat ik dacht toen ik het las was: oh nee, ze is dood. Maar toch overheerste later het: wat lief van hem gevoel!
Sterkte!
Gerda

Anoniem zei

Goed gedaan!!!Dat zo'n kattebeest zo veel in je los maakt heb je schitterend verwoord.